Als wandelaar ben je verplicht om eerst en vooral op het voetpad te stappen. Een voetpad is het deel van de weg dat speciaal is voorbehouden aan voetgangers. Is er geen voetpad, dan moet je wandelen op de begaanbare berm (verhoogd of gelijkgronds). Pas als ook dat niet mogelijk is, mag je een parkeerzone of ook het fietspad gebruiken. Let wel op: op een fietspad hebben de fietsers blijvend voorrang. Geef hen dus voldoende ruimte. Zijn ook het fietspad of de parkeerzone geen optie, dan mag je op de rijbaan stappen.
De eerste regel op die rijbaan is om zo links mogelijk achter elkaar te wandelen. Ook als je deelneemt aan een georganiseerde wandeltocht, moet je deze regels respecteren. Enkel als er zich een situatie voordoet, waarbij het erg goed te verantwoorden is om toch rechts achter elkaar op de rijbaan te stappen, mag dit. Dat kan bijvoorbeeld de veiligste optie zijn in een bocht, waar de zichtbaarheid aan de linkerkant erg beperkt is. Maar maak zo’n keuze steeds weloverwogen!
Groepen zonder/met begeleider.
Wat groepen wandelaars betreft, wordt er in de wet een onderscheid gemaakt tussen groepen met en zonder begeleider. Groepen zonder begeleider (zoals bij de meeste wandeltochten) volgen de regels die gelden voor de individuele wandelaars m.a.w. deze groepen moeten links achter elkaar op de rijbaan stappen (als er geen veiliger optie zoals voetpad, berm of parkeerzone of fietspad mogelijk is). Enkel voor een groep met begeleider maakt de wet een uitzondering. Daarom is het belangrijk om te weten wanneer er van een groep kan gesproken worden en wat men verstaat onder begeleider. Helaas maakt de wet geen duidelijke afbakening wat het minimum aantal deelnemers van een groep betreft. Maar meestal spreekt men al over een groep als de samenstelling meer dan vijf leden plus de begeleider telt. Deze begeleider draagt de verantwoordelijkheid over de groep en wordt geacht de rechten en plichten te kennen. Bovendien heeft hij/zij het traject voorbereid en gedacht aan de veiligheid van de groep (bv. door het dragen van een oversteekbordje C3 of verlichting bij slechte zichtbaarheid).
De groepen met begeleider vormen een uitzondering op de wet en mogen, ook als er een fietspad is, rechts op de rijbaan stappen. Dan moet dat niet verplicht achter elkaar, maar wel rechts en zonder meer dan de helft van de rijbaan in te nemen. Maak daarvan enkel gebruik als de omvang van de groep dat verantwoordt. Op een drukkere weg blijft het aangewezen om steeds voor het voet-of fietspad te kiezen en als dat niet kan alsnog links achter elkaar te gaan stappen. Ook hier geldt: maak elke keuze weloverwogen en in functie van de veiligheid!
Hoe en waar steek je over?
Als er op minder dan 30 meter afstand een oversteekplaats (zebrapad) te vinden is, dan ben je verplicht om dat te gebruiken. Als overstekende voetganger heb je voorrang, maar toch moet je dat volgens diezelfde wet voorzichtig doen en dus rekening houden met de naderende voertuigen. Oversteken moet haaks op de rijbaan gebeuren, de kortste schuine route is dus geen wettelijke optie. De voetganger mag bovendien niet slenteren of onnodig blijven staan op een zebrapad. Als het voetgangerslicht op rood springt tijdens het oversteken, dan mag je verder lopen. Wie voor het rood licht staat, moet wachten, ook al maak je deel uit van een groep wandelaars. Begeleiders mogen het verkeer stil leggen met verkeersbord C3 om de groep te laten oversteken. Zebrapaden op minder dan 30 meter moeten ook dan verplicht gebruikt worden, aanwijzingen met het bordje mogen niet in strijd zijn met verkeerstekens of verkeersregels.